Felix Meritis Concert Program Database 1830-1888

Zaterdag 13 januari 2018

As a result of a one-year pilot project (2015-2016), funded by the CREATE Digital Humanities research group of the University of Amsterdam, I recently presented the FMCP Database.

The database gives music lovers, students and researchers online access to a large part of the concert programming of Felix Meritis. The data structure was designed in order to obtain an exact digital reproduction of the original source material. Five basic elements of the concert programs where used to structure the data: i.e. (1) persons (names of composers, musicians etc.), (2) the role of these persons on the particular program (composer, arranger, translator, cellist, flutist etc.), (3) gender, (4) the musical works on the program and (5) the genre of these works as it was denominated on the program. Furthermore these elements are grouped in ranked program items, so that the original order of the program is preserved and can be subject to analysis.

Lees verder…


Column NMF Magazine: Speciale Assistentie

Zondag 14 mei 2017

Enkelband gescheurd. Dat is toch niks voor mij? Ik ben niet het type dat valt. Sterker nog, ik maak er een heimelijke sport van om iedere afstand in Amsterdam binnen een kwartier te fietsen, zelfs mijn dagelijkse fietstocht van mijn huis in de Pijp naar mijn repetitieadres in de Spaarndammerbuurt klok ik op 00:14:36. Maar terwijl ik al jaren als een bezetene met mijn cello op mijn rug door de stad scheur is het nog nooit in mij opgekomen dat ik zou kunnen vallen. Een fikse dosis overmoed is best handig voor een musicus, zelfs verrassend behulpzaam als je weer eens met honderden ogen op je gericht het zenuwenmonster moet bevechten, maar we zijn ons vaak nauwelijks bewust van onze fysieke kwetsbaarheid.

Lees verder…


Musical idealism: Dutch perceptions of the potpourri genre

Dinsdag 17 maart 2015

Binnen het Digital Humanities project CREATE doe ik onderzoek naar concertprogrammering bij Felix Meritis in de negentiende eeuw. Voor een bundel musicologische essays over authenticiteit onderzocht ik het uitsterven van het Potpourri genre en de perceptie van het genre in de Nederlandse muziekjournalistiek in het midden van de negentiende eeuw. Voor meer info over CREATE zie: http://www.create.humanities.uva.nl/ 

Abstract –Musical idealism: Dutch perceptions of the potpourri genre

In the early nineteenth century European musical life underwent a fundamental transformation in values, practices, repertoires and institutions. The expansion of musical life in that period brought about new musical, ideological and commercial developments that would gradually change the structures of the European musical industries. As William Weber has shown in his magnum opus The transformation of musical taste, music critics from all over Europe tried to structure this changing world with an enthusiastic musical idealism, creating a new hierarchy of musical genres. In this process a separation was made between the ‘new’ complex instrumental genres such as chamber music and symphonies and the ‘old-fashioned’ popular genres that originated in the tradition of songs and operas. The potpourri, pieces that we would now call ‘medleys’ of popular melodies, ended up at the bottom of this musical ladder. While these pieces were meant to be programmed as a lighter intermezzo in between more ‘serious’ pieces, they were gradually marginalized during the nineteenth century as a part of the frivolous ‘popular’ concert series. In the ideological battles over the formation of a new, more homogeneous programming tradition, the musical tradition of the potpourri genre had lost.

In this case study Mascha van Nieuwkerk traces the ideological backgrounds of the extinction of the potpourri genre in Romantic thought and analyses the perceptions of the genre that existed in Dutch musical criticism between 1844 and 1864. The article demonstrates that Dutch criticism of the potpourri was grounded in a concept of authenticity in which creativity and originality was more important than the continuation of a genre tradition. Interestingly enough, in practice, tradition was still controlling concert programming: the potpourri genre only disappeared from the programmes of serious concerts in the late 1870s.

Lees hier het volledige essay.


Muziektempel van een vervolgen tijd. De ondergang van Felix Meritis als leidende concertzaal van Amsterdam 1864-1888

Woensdag 12 maart 2014

In 2013 viert Amsterdam feest. Niet alleen is het dit jaar exact 400 jaar geleden dat de stad begon met de aanleg van de grachtengordel, ook vieren een aantal belangrijke Amsterdamse culturele instellingen hun jubilea. Artis bestaat dit jaar 175 jaar, het Concertgebouw en –orkest vieren hun 125ste verjaardag en ook Carré ging afgelopen december haar 125ste levensjaar in. In al het feestgedruis wordt bijna vergeten dat ook de oudste concertzaal van Amsterdam, Felix Meritis, dit jaar 225 jaar bestaat. Terwijl het Concertgebouw en Carré met prachtige jubileumboeken komen blijft het dit jaar opvallend stil rondom Felix Meritis. Dat is jammer, want van de rijke geschiedenis van deze concertzaal valt veel te leren. De achttiende-eeuwse muziektempel moest in 1888 haar deuren sluiten omdat zij niet mee kon komen met de veranderingen binnen het Amsterdamse culturele leven van die tijd. In de huidige culturele vernieuwingsstorm waarin opnieuw oude instellingen zoals de ooit zo succesvolle omroeporkesten sneuvelen, is het verhaal van de ondergang van Felix Meritis actueler dan ooit.

‘Muziektempel van een vervolgen tijd’ was Mascha’s bachelor scriptie (Universiteit van Amsterdam) en werd beoordeeld met een 9,3. Een preview van de scriptie is te downloaden via deze link.


Van Felix Meritis naar het Concertgebouw. Continuïteit en vernieuwing in de Amsterdamse concertpraktijk, 1884-1891

Maandag 17 juni 2013

Music historians of the nineteenth century have stressed the importance of the 1880s as a turning point in the development of concert culture in Amsterdam. Indeed, the closing-down of the important concert hall Felix Meritis in 1888 and the founding of the new Concertgebouw in the same year changed concert life in Amsterdam drastically. Concerts of high quality became more accessible to a larger public, concert programming changed and the Concertgebouw Orchestra brought about a far-reaching professionalization of orchestral culture. In this article Mascha van Nieuwkerk uses as yet unexplored sources to analyse how exactly these changes manifested themselves Through the analyses of membership lists, concert programmes and reviews it will be argued that this transition period shows more continuity than is traditionally presumed.

Full text en nummer bestellen bezoek: www.skript-ht.nl

Skript 33.4, januari 2012


Loftuiting, beleidsplan of geschiedschrijving?

Dinsdag 2 april 2013

Recensie van: Michel Khalifa red., Bravo! 125 jaar. Het Concertgebouw en Koninklijk Concertgebouworkest; Balans, 2013 en Mariëtte Wolf, Een plek om lief te hebben. Geschiedenis van Carré; Boom, 2012.

Amsterdam viert feest in 2013. Niet alleen is het dit jaar exact 400 jaar geleden dat de stad begon met de aanleg van de grachtengordel, ook vieren belangrijke Amsterdamse culturele instellingen hun jubilea. Artis bestaat dit jaar 175 jaar, het Concertgebouw en –Orkest vieren hun 125-jarig bestaan en ook Carré ging afgelopen december haar 125ste levensjaar in. Voor al deze instellingen is dit jubileumjaar een moment om de balans op te maken en met gepaste trots de eigen geschiedenis vast te leggen in een papieren monument. De jubileumboeken van het Concertgebouw en –Orkest en van theater Carré laten zien hoe verschillend dit soort uitgaven kunnen zijn. Verschillende doelen en een ander beoogd publiek maken deze twee jubileumboeken een spiegel van de instellingen die zij vertegenwoordigen. […]

Skript 35.1, april 2013


Voor het voetlicht

Donderdag 17 januari 2013

De ondergrondse rijkdom van Thuin
Ayhan Aksu en Mascha van Nieuwkerk

Thuin, een klein historisch stadje in het land van de zuiderburen, staat tegenwoordig volop in de aandacht bij amateurarcheologen en andere schatzoekers. Volgens recent archeologisch onderzoek is namelijk gebleken dat een kleine heuvel in de nabijheid van de stad de plek is geweest waar Julius Caesar meer dan twee millennia geleden een opstandige stam in de Lage Landen versloeg. De Romeinse generaal tekende deze overwinning op in zijn De Bello Gallico, maar dit geschrift werd wegens diens propagandistische karakter door menig oudhistoricus wat betreft historische waarde in twijfel getrokken. Sinds kort lijkt het echter mogelijk om de woorden van Caesar te staven met het archeologische onderzoek. Skript ging op onderzoek uit en vroeg zich af wat de vondst concreet betekende voor zowel historici als archeologen.

Skript 34.4, januari 2013


Het adellijke raadsel. Een tijdloze aantrekkingskracht.

Donderdag 17 januari 2013

Recensie van: Ileen Montijn, Hoog geboren. 250 jaar adellijk leven in Nederland; Uitgeverij Contact, Amsterdam, 2012

‘Het viel zo mee hoe de media zich opstelden! We werden niet beschimpt en bespuwd, ze hadden gewoon belangstelling…’ merkte J.J. baron van Wassenaer op over de pers die aanwezig was op het congres van de internationale adelsvereniging in 2005. (p. 60) Inderdaad is de belangstelling voor de adel de afgelopen decennia toegenomen. Terwijl de nadruk in de jaren zestig vaak lag op de emancipatie van lagere sociale groepen, is er sinds de jaren negentig steeds meer aandacht gekomen voor het gedrag van elites; zowel in de pers, met programma’s als ‘Blauw bloed’ en ‘Hoe heurt het eigenlijk?’, als aan de universiteiten, waar historici en sociologen steeds meer onderzoek doen naar elites en andere geprivilegieerde groepen. Het is deze ommekeer die historica Ileen Montijn er toe aanzette om een boek te wijden aan ‘250 jaar adellijk leven in Nederland’. […]

Skript 34.4, januari 2013


‘Een ingang naar allerlei werelden, naar de verbeelding’

Woensdag 17 oktober 2012

Interview met Kiene Brillenburg Wurth
Mascha van Nieuwkerk en Florian Ras
Kiene Brillenburg Wurth (1966) is universitair hoofddocent Literatuurwetenschappen aan de Universiteit van Utrecht. Haar onderzoek heeft betrekking op de hedendaagse literatuur, in het bijzonder de relatie tussen oude en nieuwe media. Brillenburg Wurth promoveerde in 2009 bij Frank Ankersmit met haar dissertatie Musically Sublime, waarin ze de genealogie van het denken omtrent het Sublieme in zowel filosofie als muziek gedurende de achttiende en negentiende eeuw onderzocht. Daarnaast redigeerde en werkte ze mee aan Het Leven van Teksten: een inleiding tot de literatuurwetenschap (samen met Ann Rigney) en Between Page and Screen: Remaking Literature Through Cinema and Cyberspace. Terwijl ze in de VS was om de Derrida Today Conference aan de Universiteit van California bij te wonen, sprak Skript via skype met deze veelzijdige vrouw over intermedialiteit en interdisciplinariteit, historische parallellen en de komst van de nieuwe media.

Skript 34.3, oktober 2012